Je ziet een schrijfwedstrijd voorbijkomen en kruipt enthousiast in de pen of achter het toetsenbord. Het thema van de wedstrijd spreekt je aan en de prijs is er een die je wel wilt winnen. Na enige tijd zwoegen is je inzending klaar en sta je op het punt om het te versturen. Maar weet je zeker dat jouw korte verhaal goed genoeg is om in aanmerking te komen voor de prijs? Nee, dat kun je niet weten. De enige die daar wat over te zeggen heeft, is de jury. Wel kun je er met deze zeven tips voor zorgen dat je verhaal niet meteen afgewezen wordt.
1. Voldoe aan de voorwaarden. Het lijkt haast overbodig om te zeggen, maar geloof me, er worden geregeld verhalen ingezonden die te weinig of te veel woorden hebben, die niets met het thema te maken hebben of die in de verkeerde taal zijn geschreven. En dan kan het verhaal nog zo goed zijn, het is bij voorbaat gediskwalificeerd.
2. Controleer je verhaal. Nog zo een die overbodig lijkt, maar het helaas niet is. Verhalen met spellingsfouten, ontbrekende zinnen en soms zelfs met de aanpassingen van een proeflezer er nog in worden ingezonden voor wedstrijden. Een jury zal dit niet in dank afnemen. Zij steken tijd in het lezen en beoordelen van de verhalen en wanneer een verhaal de schijn heeft dat het een haastklus was, zal deze snel worden afgekeurd. Natuurlijk is het vrijwel onmogelijk om geen enkele spel- of typefout in een verhaal te hebben en dat is meestal niet onoverkomelijk, maar doe in elk geval de spellingscontrole aan en lees het verhaal nog een paar keer na voordat je het instuurt.
3. Een kort verhaal heeft geen hoofdstukken, het is geen boek. Wanneer het woordenlimiet rond de 3.000 tot 5.000 woorden of minder ligt, heb je simpelweg te weinig woorden tot je beschikking om een hoofdstukindeling te maken. Tenminste, wanneer je voor volwassenen schrijft. Voor kinderen kan een verhaal van 3.000 woorden al een volwaardig boek zijn, afhankelijk van de leeftijd.
4. Gebruik zo min mogelijk perspectieven in een kort verhaal. Doordat je gebonden bent aan een woordenlimiet, is het beter om vanuit een of hooguit twee personages te schrijven. Gebruik je meer perspectieven, is de kans groot dat je verhaal verwarrend wordt om te lezen.
5. Zorg voor een intrigerende start. In een boek kun je het begin van je verhaal gebruiken om je setting te beschrijven, de lezer uitvoerig kennis te laten maken met je personages en je kunt de tijd nemen om je verhaal op te bouwen. Bij een kort verhaal moet de eerste zin al nieuwsgierig maken. Je hebt veel minder woorden om de lezer in je verhaal te trekken. En dat is wat je wilt, de aandacht van de lezer.
6. Zorg voor een sterk einde. Je verhaal kan nog zo goed en spannend geschreven zijn, als je einde een anticlimax is, wordt je verhaal om de verkeerde redenen onthouden. Het midden van het verhaal is veel vergevingsgezinder: als daar een minder sterk stuk in staat, kan het einde dit nog goedmaken. Na het einde is er niets meer om het goed te maken. Je verhaal is af. Probeer de jury met open mond te laten lezen, juist het einde. En onthoud: een goed einde is niet altijd een gelukkig einde.
7. Geef niet op! Ook al kom je niet ver in een schrijfwedstrijd, gooi je verhaal niet weg. Soms krijg je feedback van de jury, pas dit toe op je verhaal om je verhaal sterker te maken. Misschien doet je aangepaste verhaal het beter in een volgende wedstrijd. Meedoen met een wedstrijd is altijd een win, al eindig je onderaan. Je leert ervan en ontwikkelt je hierdoor als schrijver. Leg opbouwende kritiek niet naast je neer, pas de tips toe en ontdek je valkuilen, maar neem kritiek niet altijd met je mee. Laat het je niet uit het veld slaan. Schrijven doe je in de eerste instantie voor jezelf.
Er komen geregeld leuke, mooie en uitdagende schrijfwedstrijden voorbij. De meeste van deze wedstrijden zijn te vinden op https://schrijvenonline.org/wedstrijden.
Wil je redactie op je verhaal voordat je het indient? Kijk wat ik voor je kan doen!